Een onverwacht vriendschappelijk gebaar (2)

Koerbagh, vrijdenkerij, en de wisselvalligheden van het leven

Voor Steven van Diermen 

In de derde eeuw na Christus merkte de Afrikaanse dichter Terentianus Maurus het al op, ‘Pro captu lectoris habent sua fata libelli’, ‘Boeken hebben de lezers die ze verdienen’. Dit geldt zeker voor een boek dat ik een paar maanden geleden voor de tweede keer in mijn leven in mijn bezit kreeg. Het betreft Adriaen Koerbaghs Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet, ondanks de blijmoedige titel een van de  meest beruchte werken uit de aan dissidente literatuur toch al rijke zeventiende eeuw. Het is het enige woordenboek dat ooit in de Nederlanden verboden is geweest. Een trouwe vriend gaf het mij. Omdat ik al eerder met veel plezier een kort artikel had geschreven over twee andere bibliofiele geschenken (zie hieronder), wil ik nu iets soortgelijks doen voor de gulle gever van Een Bloemhof. Ik hoop ermee te kunnen laten zien hoe onvoorspelbaar het lot van boeken soms is, en hoe persoonlijke herinneringen daarmee verweven kunnen zijn, samen met liefde, verlies, en onverwachte vriendschappelijkheid. Niet altijd hebben boeken meteen de lezers die ze verdienen, zoals Maurus suggereerde, maar een enkele keer krijgen ze die toch, uiteindelijk.

Adriaen Koerbagh (1633-’69) was werkzaam als arts en jurist in Amsterdam, maar is bekend geworden vanwege zijn spinozistisch geïnspireerde vrijdenkersideeën. Deze werden door hem steeds openlijker beleden in twee publicaties, Een Bloemhof (1668) en Een ligt schijnende in duystere plaatsen, om te verligten de voornaamste saaken der Gods-geleertheyd en Gods-dienst (1669). De inhoud van de eerste bevatte opmerkingen die voor zijn tijd letterlijk levensgevaarlijk waren, zoals: ‘De Bijbel is ook maar een soort Reyntje de Vos of Uylenspieghel’. De filosofische en meer doorwrochte tekst van de tweede (volgens historicus Jonathan Israel een van de meest radicale van de vroege Verlichting) bleek voor de drukker daarvan zelfs zo aanstootgevend, dat deze de persen prompt stopte, ervandoor ging en de plaatselijke schout waarschuwde. Vrijwel alle exemplaren werden vervolgens vernietigd. Koerbagh zelf werd opgepakt en door de Amsterdamse autoriteiten veroordeeld tot het betalen van zesduizend gulden boete, een gevangenisstraf van tien jaar en een verbanning uit de hoofdstad voor eenzelfde periode. Dat viel nog mee, want eerder was geëist dat zijn rechterduim in het openbaar zou worden afgehakt, zijn vrijzinnige tong met een gloeiende priem doorstoken en al zijn boeken verbrand zouden worden. Hij stierf een jaar later, overigens zonder gemarteld te zijn, in het Rasphuis, de beruchte stadsgevangenis aan de Heiligeweg. Spinoza zelf schijnt bij het vernemen van zijn dood geroerd geweest te zijn.

Dit alles is des te tragischer, als men bedenkt dat Koerbagh iemand was die kennis juist graag wilde delen. Hij probeerde haar toegankelijk te maken, liefelijk, ‘sonder verdriet‘, zodat ze niet geheim kon worden gehouden in besloten clubjes van geleerden, machthebbers of kerkelijke gezagsdragers. Zijn eigen boeken schreef hij dan ook niet in het Latijn, een taal voor de elite, maar in het Nederlands, die van het volk. ‘De wijsheijd is het grootste wonder dat er ter waereld is’, merkt hij in Een Ligt op. Voor christenen was dit soort bescheidenheid echter pure godslastering. Eeuwenlang werd Koerbagh dan ook afgeschilderd als een duivelskind, een atheïstisch monster. Als zulke ‘religieuze’ gevoelens op de juiste manier worden begrepen, namelijk als het nietsontziende machtsinstrument dat ze in de praktijk vaak blijken te zijn, is het aantal van twee overgebleven exemplaren van Een Ligt schijnende in duystere plaatsen eigenlijk niet teleurstellend laag, maar juist wonderbaarlijk hoog. Van Een Bloemhof zijn er meer exemplaren bewaard gebleven, hoewel nog altijd zo weinig dat ze vrijwel nooit te koop worden aangeboden, voor welke prijs dan ook. De overlevingskans van oudere boeken is sowieso heel klein. Er wordt geschat, bijvoorbeeld, dat van de vele honderdduizenden boeken die in de Gouden Eeuw zijn gedrukt, hooguit een paar procent de daaropvolgende rampen, revoluties, oorlogen, branden, volksverhuizingen, overstromingen, diefstallen, godsdiensttwisten en opzettelijke vernielingen, maar ook persoonlijker zaken, zoals burenruzies, huwelijksperikelen en ordinaire vechtscheidingen heeft overleefd. Van sommige toch beroemde boeken zijn hele edities volkomen van de aardboden verdwenen, terwijl we toch zeker weten dat die ooit hebben bestaan, soms zelfs in duizenden exemplaren. Elk bewaard gebleven boek is inderdaad een wonder, een stille, maar sprekende getuige van het verleden.

Vanuit deze historische diepte dook midden 2012 tijdens een boekenveiling te Amsterdam plotseling het al genoemde exemplaar van Een Bloemhof op, prachtig bewaard gebleven in de oorspronkelijke lederen band met rijk in goud versierde rug. Waar het vandaan kwam, of wie het op de veiling aanbood, is onbekend, hoewel het handgeschreven nummer op het etiketje een ooit institutionele bibliotheek suggereert. Op de schutbladen zijn vroeg-19de-eeuwse aantekeningen te vinden. Deze lijken uit twee handschriften te bestaan (zie afbeelding), met daarin korte biografische informatie over Koerbagh, en zelfs, nog altijd, een waarschuwing tegen zijn veronderstelde goddeloosheid. Het exemplaar bevat een extra bijzonderheid: van de titelpagina zijn beide bekende staten aanwezig, de ene met zijn volle naam, de andere met eveneens het montere pseudoniem ‘Vreederijk Waarmond’. Waarom Koerbagh beide titels liet drukken blijft vooralsnog een raadsel. Hoe dan ook, met een toenmalige partner lukte het mij om dit unieke exemplaar te verwerven. Lang duurde dit bibliofiele geluk echter niet: bij een scheiding verdween Een Bloemhof al snel uit mijn bibliotheek, net als uit mijn leven, om, naar ik vreesde, nooit meer op te duiken, laat staan ooit weer in mijn bezit te komen. 

Alle hoop had ik al opgegeven, toen een jonge boekenvriend ontdekte dat juist dit exemplaar weer in de verkoop kwam. Als vanzelfsprekend werd er veel geld voor gevraagd. Een andere vriend, blijkbaar meer in Koerbaghs wonderen gelovend dan de eigenaar ervan, besloot het onmiddellijk terug te kopen, voor ons samen, geïnspireerd door het beroemde boekmerk van de 16de-eeuwse Franse verzamelaar Jean Grolier de Servières: ‘Dit behoort mij en mijn vrienden’. Wie kan zulke vrijgevigheid weerstaan? Het voelde zowel vreemd als vertrouwd, maar voor de tweede keer in mijn leven bezat ik dus hetzelfde zeldzame exemplaar van Een Bloemhof van Adriaen Koerbagh.

Nu ik het boek weer in huis had, wilde ik de onderbiedster (degene die net niet won) op de toenmalige veiling te Amsterdam zo snel mogelijk over dit alles informeren. Gelukkig bleek deze mededingster over Koerbagh en zijn werk nog altijd even enthousiast te zijn. Juist iemand als zij, een ervaren boekhistorica en Spinozakenner, weet hoe uitzonderlijk het is dat exemplaren van dit soort verboden titels de eeuwen überhaupt hebben doorstaan. Binnenkort zal Een Bloemhof dan ook zorgvuldig bestudeerd, beschreven, en zelfs officieel tentoongesteld worden, in het kader van het 350ste sterfjaar van Koerbagh. Na eerdere studies van historici als Israel, Leeuwenburgh, Van Heertum en Wielema (zie literatuurlijst), kan zijn ‘radicale’ spinozistische gedachtegoed dan hopelijk een groter publiek de verlichting geven die het met zoveel vrolijke onbevangenheid nog altijd uitstraalt.

Mijn eigen zoektocht is nu afgesloten. Met bovenstaande schets hoop ik iets van de wisselvalligheden van het leven, het onvoorspelbare lot van boeken, van mensen, en, vooral, de gulheid van een waarachtige vriend te hebben laten zien. Voor de laatste is dit stukje geschreven, als dank voor zijn niet-aflatende genegenheid en enthousiasme. De wereld zou er mooier uitzien als er meer mensen in rondliepen zoals hij. En inderdaad, Terentianus Maurus had gelijk. Koerbaghs zo vrijzinnige Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet staat nu weer hier, in mijn eigen bibliotheek, de plek waar hij, blijkbaar, al die tijd thuishoorde.

David Apollonius Coppoolse

(Met dank aan Jan Bloemendal, Alessandro Di Meo, Miguel Fernandez Voortman en Hannah Laurens)

Literatuur
Heertum, C. van: ‘Een stinkende ruiker’: Adriaan Koerbaghs Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet (1668), in Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 37 nummer 1 zomer 2014, pp 57-62.
Horlings, A.: https://historiek.net/vrijdenker-koerbagh-vertrouwde-in-1668-tevergeefs-op-godsdienstvrijheid/42766/
Israel, J.: Radical Enlightenment. Philosophy and the Making of Modernity 1650-1750. Oxford: Oxford University Press 2001.
Leeuwenburgh, B.: Het noodlot van een ketter. Adriaan Koerbagh 1633-1669. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2013.
Koerbagh, A. (pseud. ‘Vreederijk Waarmond’): Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet.  Amsterdam: [‘Gedrukt voor den Schrijver’], 1668.
Koerbagh, A.: A Light Shining in Dark Places, to Illuminate the Main Questions of Theology and Religion [ed. and transl. Michiel Wielema]. Leiden / Boston: Brill, 2011.
Koerbagh, A.: Een licht dat schijnt in duistere plaatsen. Een verheldering van de voornaamste kwesties van theologie and godsdienst. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2014.
Nadler, S.: A Book Forged in Hell. Spinoza’s Scandalous Treatise and the Birth of Secular Age. Princeton and Oxford: Princeton and Oxford Press, 2011.
Pearson, D.: Books as History. The Importance of books beyond their texts. Newcastle, Delaware / London: Oak Knoll Press, The British Library, 2008.
Dit bericht werd geplaatst in Vrijdenkerij en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Een onverwacht vriendschappelijk gebaar (2)

  1. Pingback: Merkwaardig (week 31) | www.weyerman.nl

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s