Golownins lotgevallen bij de Japanners tot nieuw leven gewekt
Voor Ayolt en Lide Brongers
Kort geleden was een bevriend echtpaar zo aardig mij twee bijzondere boeken cadeau te doen. Het betreft de Nederlandse vertaling uit 1817-’18 van de memoires van Vasily Golownin, een Russische kapitein die twee jaar lang als gijzelaar werd vastgehouden in Japan. De oorspronkelijk in 1816 te Sint Petersburg gepubliceerde herinneringen worden nog altijd gezien als een aangrijpend monument voor de vriendschappelijkheid die er tussen verschillende volkeren kan bestaan, ondanks Golownins eigen en soms vernederende gevangenschap. Ze bleken zelfs invloedrijk, want in de loop van de negentiende eeuw, en zeker tot het einde van de Edoperiode (1868), zouden ze voor een belangrijk deel de politieke gevoelens tussen Rusland en Japan in positieve zin bepalen. Tegenwoordig zijn originele exemplaren van de Nederlandse vertaling zeer zeldzaam. Ik had dan ook niet durven hopen die ooit te kunnen vinden, laat staan cadeau te krijgen. Nu staat zo’n originele set dus bij mij thuis, in complete, prachtige, en onafgesneden staat, dat wil zeggen, op groter papier en in de oorspronkelijke gebloemde kartonnen platten bewaard gebleven. Het gulle gebaar van mijn vrienden zou de genereuze schrijver (zie verder) ongetwijfeld veel plezier hebben gedaan. Met deze bescheiden historische schets van zijn lotgevallen wil ik hen daarvoor bedanken, op een persoonlijke, maar hopelijk ook voor andere boekenliefhebbers interessante manier.

La Pérouse, Chart of the Discoveries made in 1787, in the Seas of China and Tartary by the Boussole and Astrolabe […] (1798), met in het zuiden de noordpunt van Honshu, in het midden (onvolledig) Hokkaido en Sachalin, rechts de Koerilen richting Kamtsjatka, en nog verder (niet meer zichtbaar) de Aleoeten, richting Alaska
Zoals gezegd, Japan bevindt zich dan middenin de Edoperiode, genoemd naar de stad waar de oppermachtige shogun resideert. Los van strikt gereguleerde handelscontacten met China en Holland (en officieuze met de zuidelijke Riukiu-archipel), heeft het shogunaat zich dan al anderhalve eeuw hermetisch afgesloten van de rest van de wereld. Het is Japanners niet alleen verboden naar het buitenland te gaan, ze mogen er ook niet uit terugkeren. Als natuurhistoricus is Laxman is dan ook zeer gefascineerd door de onverwacht in zijn schoot geworpen exoten. Hij wil ze gaan voorstellen aan het Russische hof, te Sint Petersburg, duizenden kilometers ten westen van Irkoetsk. Na opnieuw een maandenlange tocht, nu over de eindeloze Siberische vlakten, komt de groep in 1791 via Moskou in de Russische hoofdstad aan. Net als alle anderen die hem ontmoeten is keizerin Catharina II (‘De Grote’) onder de indruk van Kōdayū’s intelligentie en leergierigheid. Ze stuurt onmiddellijk een van haar beruchte oekazes rond. Op kosten van de schatkist moeten de schipbreukelingen teruggebracht worden naar Japan, als blijk van goede wil, maar ook (of vooral) om via hen te proberen handelsbetrekkingen met het afgesloten keizerrijk aan te knopen. Na een tweede tocht over de Siberische vlakten, maar nu in omgekeerde richting, komen Eric Laxman, zijn zoon Adam, Kōdayū en diens landgenoten in 1792 via de Zee van Ochotsk weer aan bij het Japanse Nemuro, aan de kust van Ezo (Jesso), het huidige Hokkaido. Pas na veel overredingskracht lukt het Adam om de voormalige schipbreukelingen achter te laten bij de immer wantrouwige autoriteiten. Van de oorspronkelijke zestien mannen keren er na bijna tien jaar slechts drie in hun vaderland terug. Eén overlijdt alsnog, kort na aankomst. Ondanks de officiële scepsis is de shogun persoonlijk geïnteresseerd in de lotgevallen van de wereldreizigers. Hij laat hen intensief ondervragen (Catharina de Grote is de heldin van de dag), maar gebiedt ook dat Kōdayū de rest van zijn leven moet doorbrengen op het terrein van de beroemde kruidentuin bij het shogunale paleis te Edo, als straf voor zijn ‘illegale’ schipbreuk.
De jonge Laxman wordt beleefd bedankt voor zijn bemiddeling. Hij krijgt, vrijwel zeker om vooral van hem af te komen, van de Japanse autoriteiten de indruk mee dat hij bij een eerstvolgend bezoek officieel ontvangen zou kunnen worden, alleen niet hier, op Ezo, maar Nagasaki, de ruim tweeduizend kilometer verderop gelegen handelsstad. Alleen Japanners zelf, Hollanders en Chinezen zijn daar welkom. Met die vage belofte keert hij terug naar Sint Petersburg. Het keizerlijke hof is dan echter te verwikkeld geraakt in alle politieke verwarringen vanuit Europa om van de veronderstelde uitnodiging gebruik te maken.

Golownin door de ogen van de Japanners gezien, in Roshia furyo-ki (‘Verslag van de Russische gevangenen’), manuscript, zonder datum (contemporain), in Lensen, Report from Hokkaido, 1954, pag. 29, en bibliografie
Pas veel later komt daar verandering in. Zeven jaar na Catharina’s overlijden, in 1803, vertrekken Johann Adam Krusenstern (naamgever van de beroemde viermaster Kruzenshtern) en Yuri Lisyansky op de allereerste Russische reis om de wereld. Ze doen ook Japan aan, in de hoop van Laxmans oude ‘handelspas’ gebruik te kunnen maken. De officiële gezagvoerder van de Nadezhda en de Newa is de jonge baron Nikolaj Petrovitsj Rezanov. Nadat de handelsmissie in 1805 dankzij de stroperige onderhandelingstactieken van de Japanners in Nagasaki op een volkomen mislukking is uitgelopen, zoals te verwachten was, ontsteekt deze onervaren diplomaat in woede. Hij vertrekt op hoge poten, maar laat zijn jonge zakenvrienden Nikolai Chwostoff en Gavriil Davydoff wel de vrije hand om bij de noordelijke ainoe (de oorspronkelijke inwoners van Japan) zich te buiten te gaan aan plunderingen, moorden, brandstichtingen en andere vernielingen. Als de autoriteiten in Edo dit ter ore komt, zijn ze geschokt. Ze zinnen op wraak. Die komt er, zes jaar later, als de held van dit verhaal, kapitein Golownin, met zijn schip Diana in Japan arriveert om daar in alle onschuld te willen gaan herbevoorraden. Al na enkele dagen wordt hij met een list door de Japanners gevangen genomen, gekneveld en hardhandig weggevoerd. Na de eerste schrik en een mislukte ontsnappingspoging beseft Golownin dat hij voorlopig niet vrij zal komen. Hij berust in zijn lot, en besluit zijn onverwachte gijzelnemers beter te gaan leren kennen.
Tijdens de gevangenneming is de plaatsvervangend kapitein van de Diana, Pyotr Rikord, veilig aan boord gebleven. In allerijl vaart hij nu weg, zijn geliefde gezagvoerder bij de Japanners achterlatend. Hij neemt zich wel voor zo om snel mogelijk terug te keren. Als hij het jaar daarop weer in de buurt is, neemt hij een willekeurige Japanner gevangen, als menselijk losgeld voor de vrijlating van Golownin. Deze gijzelaar blijkt echter geen eenvoudige matroos, zoals gedacht, maar de hooggeboren Takatai-Kachi (Takadaya Kahei), een rijke, ontwikkelde en nieuwsgierige man, iemand die, net als Golownin zelf, steeds meer respect voor zijn gijzelnemers krijgt. Die gevoelens worden al snel beantwoord. Takadaya, inmiddels vrienden met Rikord (ze slapen zelfs samen in een kajuit), zorgt ervoor dat er voorzichtig contact wordt gemaakt met de overgevoelige Japanse autoriteiten. Dankzij de diplomatie van Takadaya, de volhardendheid van Rikord, maar vooral dankzij het geduld, de welwillendheid en het inlevingsvermogen van de op de achtergrond opererende Golownin loopt alles uiteindelijk goed af. In 1813 worden alle gijzelaars tot ieders opluchting wederzijds vrijgelaten. ‘Het Golownin-incident’, zo zal de hele affaire en haar gelukkige ontknoping in Europa en Japan bekend komen te staan. Dan breekt het definitieve afscheid aan, feestelijk gevierd met meertalige gelukswensen en gezamenlijke ‘Leve Diana!’-uitroepen. Na zijn terugreis naar Sint Petersburg, over de inmiddels vertrouwde Siberische vlakten, eindeloze bergketens en rivieren, per eenvoudige koets, kar, boot, te paard, te voet, per honden- en rendierslee etc, publiceert Golownin zijn memoires, de aanleiding tot dit verhaal. Het blijken instant bestsellers. Al binnen enkele jaren verschijnen er, naast de Nederlandse, meerdere vertalingen, waaronder Franse, Engelse en Hoogduitse. Golownin wordt door Alexander I veelvoudig gedecoreerd voor zijn verdiensten voor het vaderland. Hij zal nog meerdere succesvolle Russische scheepsbouwprojecten opzetten en mentor worden van tientallen jonge zeesoldaten. Tijdens de cholera-epidemie van 1831 komt hij in Sint Petersburg te overlijden, een inmiddels gerespecteerd en geliefd marineman.
Tot zover deze korte historische schets. Hoe ontoereikend ook, ik hoop er het gulle gebaar van mijn vrienden enigszins mee terugbetaald te hebben. Wat zou het mooi zijn als Golownins Lotgevallen, te midden van ruim anderhalfduizend andere boeken over Europees-Japanse betrekkingen in de Edoperiode, hier nu snel thuisraken. Tenminste, totdat het echte leven hen vroeger of later onvermijdelijk weer mee zal voeren, naar nieuwe, ongekende avonturen.
David Apollonius Coppoolse
Wat een odyssee van kilometers over de aardbol, en menselijke pogingen! Interessant David x Jolanda
Spannend verhaal. Jammer dat de latente vriendschappen van honderden jaren her inmiddels geen wereldvrede hebben gefaciliteerd.
Pingback: Merkwaardig (week 32) | www.weyerman.nl